Vergoeding problemen met ontlasting of urine 2025
Problemen met ontlasting of urine
Problemen met het ophouden van de urine of de ontlasting wordt incontinentie genoemd. De beheersing over de blaas of de beheersing over de sluitspier van de anus heeft men verloren.
Urine incontinentie
Er zijn verschillende vormen van urine incontinentie;
- Stressincontinentie: Ook wel inspanningsincontinentie genoemd, is het ongewild verlies van urine bij inspanning (bij lachen, sporten, vrijen, tillen of hoesten). Eén op de vier vrouwen boven de 35 jaar heeft last van deze vorm van incontinentie. De kringspier en/of bekkenbodemspieren werken hier niet goed, wat kan komen door aanleg, zwangerschap en bevalling, veel en zwaar tillen of hormonale veranderingen. Moeite met de ontlasting of chronisch hoesten kan de verzakking verergeren. Stress bij stressincontinentie staat voor drukverhoging in de buikholte welke ontstaat bij bewegen, hoesten, tillen en sporten.
- Urge-incontinentie: Ook wel aandrangincontinentie genoemd, is een vorm waarbij men aandrang voelt om te urineren en de urine ook meteen komt. Er is sprake van een overactieve blaas. De blaas trekt in feite samen op het moment dat dit eigenlijk nog niet zou moeten. Er kunnen hier psychische of lichamelijke oorzaken ten grondslag liggen. Er is sprake van een onstabiele blaas als het evenwicht verstoord is tussen de blaas en het afsluitmechanisme waardoor de blaas onwillekeurig samenknijpt. Men kan helemaal gefixeerd zijn op het plassen en bij de geringste aandrang naar het toilet gaan. De oorzaken kunnen van lichamelijke vorm zijn als neurologische aandoeningen en afwijkingen in de stofwisseling, zoals b.v. suikerziekte, urineweginfectie of de verminderde hoeveelheid aan vrouwelijke geslachtshormonen na de menopauze.
- Druppelincontinentie: Hierbij verliest men ongewild druppelsgewijs urine. Deze vorm komt vooral op oudere leeftijd voor en meer bij mannen dan bij vrouwen. Bij mannen zijn meestal prostaatproblemen de oorzaak. De prostaat kan vergroot zijn door de ontwikkeling van nieuw weefsel. Dit is goedaardig, maar kan de plasbuis afknellen, zodat de urine zich ophoopt in de blaas en alleen nog druppelsgewijs naar buiten kan lopen. Een ontsteking aan de prostaat kan ditzelfde probleem geven. Het kan ook zijn dat het sluitmechanisme van de blaas niet goed functioneert, waardoor deze steeds een beetje open blijft staan waardoor de urine druppelsgewijs naar buiten kan lopen.
- Neurogene incontinentie. Deze vorm van incontinentie ontstaat door beschadiging van het centraal zenuwstelsel of van de lichaamszenuwen, waardoor een te slappe blaas kan ontstaan (b.v. bij diabetes mellitus-neuropathie) of een te krachtige blaas (b.v. na een dwarslaesie van het ruggenmerg). Een neurogene blaas kan ontstaan door een dwarslaesie, defecten aan de neurale buis (o.a. spina bifida), hersentumoren en andere aandoeningen van de hersenen, zoals een beroerte of ziekte van Alzheimer), aandoeningen die de zenuwen aantasten, waaronder MS, ziekte van Parkinson, diabetes type 2 en HIV en een zware operatie aan het bekken.
Behandeling
De behandeling is per vorm van incontinentie verschillend:
- Stressincontinentie: Deze behandeling is in eerste instantie meestal gericht op het verstevigen van de bekkenbodem met behulp van fysiotherapie. Er zijn operatiemethoden waarmee de afwijkingen in de positie van de blaashuls kunnen worden hersteld, bijvoorbeeld na een TVT ingreep.
- Aandrangincontinentie: De oorzaken van deze vorm van incontinentie kunnen sterk uiteenlopen. Er zijn twee mogelijkheden in grote lijnen;
– Blaastraining. Hierbij wordt de patiënt aangeleerd om de blaas onder controle te houden. Men moet dan proberen niet vaker dan één à twee maal er uur naar het toilet te gaan om de blaas te ledigen, waarna in de loop van de tijd de tussenliggende periode steeds langer wordt gemaakt. Zo leert men langzamerhand meer controle te krijgen over de blaas.
-Geneesmiddelen. De beschikbare geneesmiddelen werken op de gladde spieren en verminderen de druk op de blaas. Bijwerkingen kunnen nogal hinderlijk zijn (wazig zien, droge mond). In bepaalde gevallen kunnen hormonen helpen (meestal in de overgang)
- Druppelincontinentie: Als de incontinentie wordt veroorzaakt door slecht functioneren van de bekkenbodemspieren, kan worden geprobeerd die spieren te versterken door oefeningen m.b.v. een fysiotherapeut. Wanneer de sluitspier nog redelijk functioneert kunnen deze oefeningen helpen. Bij ernstige vormen zullen deze oefeningen geen of onvoldoende resultaat bieden. Wanneer een prostaatvergroting de oorzaak is, zal meestal een operatie aan de prostaat worden gedaan.
- Neurogene incontinentie: Als de patiënt de blaas niet of onvolledig kan legen met plassen zal een katheter worden gebruikt om de blaas volledig te legen. De arts of verpleegkundige zal hierbij adviseren en begeleiden.
Fecale incontinentie
Fecale incontinentie kan veroorzaakt worden door:
- Beschadiging van de kringspier in de anus. Er wordt wel aandrang gevoeld, maar de ontlasting kan niet opgehouden worden. Het komt met name voor bij vrouwen die een zware bevalling hebben gehad, maar ook als complicatie na een operatie, als gevolg van een ongeluk of na seksueel misbruik. De klachten treden vaak na verloop van jaren op omdat de kringspier verslapt bij het ouder worden.
- Verslapping van de kringspier in de anus. Dit is vaak een combinatie van een slechtere werking van de kringspier zelf en een slechtere werking van de zenuwen naar de kringspier, waardoor het aandranggevoel verdwijnt. Men voelt het verliezen van de ontlasting niet.
- Beschadiging van de zenuwen die de kringspier en de bekkenbodemspieren aansturen. Deze zenuwen kunnen beschadigd raken tijdens een bevalling, door langdurige verstopping, ouderdom, een operatie of ziekten als Multiple Sclerose (MS) of Spina Bifida (open rug).
- Verzakking van de endeldarm. Dit wordt een anale prolaps genoemd. Hier zakt een deel van de endeldarm door de anus naar buiten wat op den duur leidt tot incontinentie.
- Chronische darmontstekingen. Het slijmvlies van de endeldarm kan ontstoken raken bij een chronische darmontsteking, wat een versterkt aandranggevoel kan veroorzaken. Hierdoor is het moeilijker om de ontlasting op te houden. Dit komt voor bij de ziekte van Crohn, proctitis of colitis ulcerosa.
- Aanhoudende diarree of dunne ontlasting. Soms hebben deze mensen moeite met het ophouden van de ontlasting.
- Overloopdiarree. Hier kan dunne ontlasting langs de harde ontlasting (langdurige verstopping) in de endeldarm weglekken. Dit komt met name voor bij ouderen en kinderen.
- Spastisch bekkenbodem syndroom. Dit ontstaat wanneer de bekkenbodemspieren en de inwendige sluitspier van de anus vrijwel altijd aangespannen zijn. Daardoor is er moeite met het kwijtraken van de ontlasting, waardoor langdurige verstopping met uiteindelijk overloopdiarree kan ontstaan.
- Encopresis. Deze vorm komt bij kinderen voor. Zij doen bewust of onbewust hun ontlasting in de broek. Sociale aspecten kunnen hierbij een rol spelen en het komt vaker voor bij jongens als bij meisjes.
Behandeling
- Bekkenbodemfysiotherapie. Hier worden de spieren van de bekkenbodem getraind onder begeleiding van een gespecialiseerd fysiotherapeut.
- Herstellen kringspier. In sommige gevallen kan er operatief worden ingegrepen door de beschadigde kringspier te herstellen (sfincterplastiek of een dynamische gracilis plastiek. Bij de laatste behandeling worden impulsen gegeven aan de kringspier door een pacemaker die geïmplanteerd wordt in de buikwand.
- SNM: Sacrale neuromodulatie. Dit wordt ook wel zenuwstimulatie of sacrale neurostimulatie genoemd en heeft een effect op de zenuwen die verantwoordelijk zijn voor het functioneren van de blaas en de darmen.
- Stoma: Een stoma is een kunstmatige darmuitgang via de buikwand.
- Darmspoeling. Ongewild ontlastingsverlies kan enige tijd worden voorkomen door middel van het spoelen van de darm. Hier wordt door middel van een slang lauw water de darm in gepompt, wat na enige tijd terug komt samen met de ontlasting.
- Anaaltampon. Deze wordt vrij hoog in de darm aangebracht waar men haast geen gevoel heeft. De tampon zorgt ervoor dat er geen ontlasting uit de darm kan lopen en neemt gas op. Deze mag ongeveer 8 uur blijven zitten.
- Incontinentiemateriaal. Hulpmiddelen als inleggers of aborberende slips kunnen soms een (tijdelijke) oplossing zijn.
- Laxeermiddelen. Deze zijn in milde en sterke vorm te verkrijgen en zijn alleen te gebruiken onder dokterstoezicht.
Vergoeding problemen met ontlasting of urine
Bekkenbodemfysiotherapie wordt vergoed door de verzekering onder fysiotherapie in het basispakket. Incontinentiemateriaal, katheters en stoma’s worden voor 100% vergoed vanuit de basisverzekering. Medicatie wordt vergoed vanuit de basisverzekering. Er moet wel rekening gehouden worden met een eigen bijdrage. Operaties op medische indicatie wordt vergoed vanuit de basisverzekering. Er moet wel rekening gehouden worden met het eigen risico.